Volgens de pers rommelt het weer in de Belgische regering. Onderwerp van dienst is de meest ingrijpende pensioenhervorming ooit. Doel is het systeem betaalbaar houden. Uitkomst? De toekomst zal het uitwijzen. Daarom dat je zelf ook maar beter het één en het ander regelt. Wat zijn de mogelijkheden?
Het Belgische pensioenlandschap
Zoals je misschien wel weet, zijn er in België drie pensioenpijlers:
-
- Het wettelijke pensioen. Het wettelijk pensioen wordt berekend op basis van de beroepsloopbaan. Iedereen die gewerkt heeft in België heeft recht op een dergelijk pensioen. Dit pensioen zou dus hervormd moeten worden om het stelsel betaalbaar te houden met de toenemende vergrijzing.
- Het aanvullend of extra-legale pensioen. Het aanvullend pensioen of de groepsverzekering is een extralegaal voordeel van je werkgever.
Via je werkgever kan je zo bij een financiële instelling een kapitaal of een rente opbouwen waarover je kan beschikken bij je pensionering. - Het individuele pensioenspaarplan. Een pensioenspaarplan is een vrijwillige formule waarbij je individueel een bijkomend pensioen opbouwt. Het is een soort persoonlijke levensverzekering waarbij je elk jaar een zeker bedrag stort bij een financiële instelling. Een pensioenspaarplan kan je recht geven op een fiscale aftrek op basis van het gestorte bedrag.
Het individueel pensioenspaarplan
Pensioensparen biedt je de mogelijkheid om individueel een kapitaal of rente op te bouwen. Dit geeft je onder sommige omstandigheden recht op een fiscale aftrek op basis van de gestorte premies.
Er bestaan twee vormen van pensioensparen:
- Pensioensparen bij een verzekeringsinstelling. Hierbij ken je het minimaal gegarandeerde jaarlijks rendement. Sommige verzekeraars bieden ook de mogelijkheid om te participeren in de winsten die afhangen van de resultaten van de verzekeraar.
- De pensioenspaarrekening ( bijvoorbeeld een pensioenspaarfonds) bij een bank. Hier geniet je niet van een minimaal gegarandeerd jaarrendement. Een pensioenspaarfonds is in feite gebaseerd op een obligatie-mix of aandelen-mix zodat de opbrengst afhangt van hun evolutie op de beurs. De balans wordt jaarlijks vastgelegd.
Fiscaliteit
Overschakelen van pensioenspaarverzekering naar –fonds, is niet mogelijk. Je kan wel beiden hebben, maar dan moet je kiezen in welk stelsel je gaat storten.
Het bedrag van de stortingen die je jaarlijks kunt doen voor pensioensparen, is beperkt. Voor inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018) komt maximaal 940 euro in aanmerking voor belastingvermindering. Meer storten is wettelijk niet toegelaten. Stort je toch meer in een contract, dan zal de betrokken verzekeringsmaatschappij het te veel betaalde bedrag terugstorten. Ben je gehuwd of wettelijk samenwonend en word je dus samen belast? Dan heb je toch allebei recht op dit maximumbedrag van 940 euro. Op voorwaarde dat je allebei nemer bent van een pensioenspaarverzekering. Pensioensparen biedt je een belastingvoordeel van 30%. Het maximaal fiscaal voordeel voor 2017 bedraagt dus 282 euro.
Wil je meer sparen dan 940 euro voor je pensioen? Dan kan je overwegen om aan langetermijnsparen te doen.
In 2017 kan je tot 2.260 euro aan langetermijnsparen doen (afhankelijk van je beroepsinkomen). In dat geval bespaar je tot 678 euro belastingen (+ gemeentetaks). Het fiscale voordeel bedraagt hier immers ook 30 % van de gestorte premie. Het maximale spaarbedrag dat je fiscaal kunt vrijstellen is 169,20 euro + 6 % van je netto belastbaar beroepsinkomen. Is je netto belastbaar inkomen echter meer dan 34.846,66 euro, dan hoef je je van deze formule niets aan te trekken. Je mag dan gewoon het maximumbedrag van 2260 euro storten.
Hou er wel rekening mee dat dit fiscale maximum ook afhankelijk is van de fiscale aftrekmogelijkheden van je hypothecair krediet voor je eigen woning. Langetermijnsparen wordt namelijk in dezelfde fiscale korf in mindering gebracht als de intresten en de kapitaalaflossingen van je hypothecaire lening alsook premies die je betaalt voor een schuldsaldoverzekering.